Natuurbeheer

Landschapsbegrazing betekent natuurbeheer met schapen. Vroeger hadden de schapen gronden nodig om aan voedsel te komen, vandaag hebben de gronden schapen nodig in het kader van natuurbeheer. Overheden en beheerders van natuurterreinen beseffen steeds meer dat beheer met schapen doeltreffend kan zijn.

In samenspraak met de terreineigenaar wordt een begrazingsplan opgesteld. Dit begrazingsplan is de sleutel van ieder project, in dit begrazingsplan worden de natuurdoelen gedefinieerd, hierop wordt de langetermijnplanning en de jaarplanning geënt.
Schapen zijn ook zeer geschikt voor het beheer van dijken, uiterwaarden, beekoevers, stadsparken en voor de nabegrazing van weiden.
Hoe werkt het
Landschapsbegrazing heeft een grote impact op de omgeving. Ze heeft gevolgen voor de vegetatie, leidt tot bodemverdichting, creëert micromilieus, heeft een cultuurhistorische waarde en ook een sociaal karakter (mens/dier-relaties).

Flexinetten
Door het gebruik van flexinetten, is het mogelijk om zeer gericht te laten begrazen. Het effect hiervan is een verhoging van de graasdruk binnen het afgezette gebied. Een andere toepassing van het gebruik van flexinetten is dat bepaalde stukken kunnen worden uitgerasterd, zodat ze op dat moment niet begraasd worden, waardoor planten zaad kunnen zetten.

Het schaap versus de maaimachine
  • Ten aanzien van de diversiteit aan dieren heeft begrazing een veel gunstiger effect dan maaien.
  • Begrazing draagt bij aan een erg gevarieerde vegetatiestructuur, terwijl maaien de stuctuur sterk uniformiseert.
  • Schapen kunnen worden ingezet in gebieden die voor machines ontoegankelijk zijn.
  • ​Schapen produceren uitwerpselen waarvan coprofiele gemeenschappen kunnen profiteren.
image-9004-200904301611_gras-nieuwste-werkterrein-voor-moderne-kunstenaars.jpg?1423589562547
Structuur variatie
In een graslandvegetatie onstaat door begrazing een mozaiekpatroon van kort begraasde delen, die door schapenpaadjes met elkaar zijn verbonden, afgewisseld met lange grassen, ruigte, struweel en bos.

Dit heeft een gunstig effect op veel diersoorten (zoals bepaalde spinachtige en keversoorten) die gedurende hun levenscyclus vaak meerdere milieus op korte afstand van elkaar nodig hebben voor groei, beschutting, reproductie en overwintering.

Andere manieren van beheer, zoals maaien of plaggen leveren minder microvariatie in structuur op.
image-9028-DSCF4264.JPG?1423589857306
Transport zaden en vruchten
Als met een kudde tussen meerdere terreinen wordt rondgetrokken, dragen de dieren bij aan de verspreiding van zaden en aan de uitwisseling van genetisch materiaal. 

Dit gebeurt door dat de schapen via vacht, hoeven en mest, zaden en vruchten van diverse plantensoorten  transporteren.
Overigens worden niet alleen plantenzaden getransporteerd, maar ook ongewervelden als slakken, spinnen en insecten. Uit onderzoek blijkt dat zaden maanden tot jarenlang in de schapenvacht aanwezig kunnen zijn.
Begrazing draagt ook indirect bij aan zaadtransport. Bekend is dat begrazingsbeheer positief bijdraagt aan het aantal mierenpopulaties en -hopen in een terrein. Mieren staan bekend als grote zaadtransporteurs.
image-9087-IMAG0080.jpg?1423657015815
Aantrekingskracht van dieren op mensen
Sinds eeuwen zijn schaapskuddes onlosmakelijk verbonden met het lokale landschap en vertegenwoordigen daardoor een belangrijke cultuurhistorische waarde. Zo roept het zien van een schaapskudde in een heidelandschap bij veel mensen een herinnering op aan hoe het vroeger was.

De waardering van schaapskuddes wordt ook nog verder onderstreept door de positieve invloed die de dieren op mensen hebben. Zo hebben lammeren in het voorjaar  een sterke aantrekkingskracht op mensen. Schapendrijven door de herdershonden wekt veel interesse bij het publiek op, omdat mensen onder de indruk zijn van het natuurlijk gedrag van de honden als van de schapen. Ook het scheren van  schapen trekt veel volk.

Deze activiteiten samen vormen een ideale gelegenheid om omstanders over de meerwaarde van landschapsbegazing te informeren.